Philips bx 653 a

Page 2

_2- BX 553 A

Beschrijying van het Bi-Ampli systeem.

Tussen knooppunt H36, R33 an 661 en aarde staat een gedeelte van
Le anodewissclsgunning. Doze wisselspanning wordt via het filter 661,
131, 062, £36 teruggevoerd 0p het rooster Van B10. Omdat laatstge-
noemde wisselsyanning in tegenfaze is met de roosterwisselspanning zal
dit een verminderde stuurroosterspanning en dus cen verminderde ver-
sterking opleveren. Verandert men de teruggekoppelde spanning dan

verandert dus ook de versterking.

Voor deze verandering zorgt het filter 061, R31, 062, R38, dut
de eigenschap heeft lage frequenties te blokkeren. Bij lags fre-
quenties wordt de teruggekoppelde spanning due minder en dienten-
gevolge wordt de versterking groter.

De loperstand van R}4,Rj§ zorgt voor een meer of mindere wer-
king van het filter. In de onficrste stand is het filter kortgeslo-
ten, waardoor we ma :alé tc;:nL0pyulin; hebben. get ingangssignaal
op het rooster Va. 510 is nu te Jcring om do bcnodigdo versterking
OP te leveren- Daarom brengt men via C60 extra signaal toe aan het
rooster.

In de bovenste stand is de werking van het filter maximaal.
565, R37, R42, R42a vormen eveneens een filter waarvan de waarden
zo zijn gekozen, dat bij hoge frequenties dit filter geen impedantie
van enige waarde vonnt.

{ierdoor wordt de anodewisselspanning welke over R36 en R33 stunt
in het hoge gebied verminderd.

De teruggekoppelde spanning op het rooster zal dus in het hose
5ebied venuinderen, waardoor de versterking toeneemt»

Staat de leper van R42,R42a boven, dan is de werxing van het
filter minimaal. Naar beneden draaien zal meer hoge tonen opleveren.

Was C68 niet aanwezig dan zouden bij de bovenste stand van de
leper er toch nog to veel hoge tonen in de luidspreker doordringen.
Zen sluit deze overtollige tonen eenvoudi; kort met C68, waarbij
34C er zorg voor draagt dat de anodekring van B10 niet te veel bolast
wordt-

\/

Sxperimenteel is gebleken dat door diverse filterwerkingen zich
in het gebied tussen hoge- en lage frequenties in het hoge tonenkanaal
te veal lage tonen bevinden. Dit verwekt een onaangename sensatie
hetgeon men voorkomt door een laagafvalfilter op te nemcn (C70, R46,
C76, 362).

069 an R52 zorgen er in het lage tonenkannal voor dat de hoge
tonen van het frequentiespectrum afgevoerd warden. Mocht er toch nag
"hoog" doordringen in de anode dan zorgt C71 voor de afvoerins daarvan.

Tenslotte is er n05 het filter C59, RSO, fiat microfonie voor-
komt wat optreedt in het K.G. gebied.
De leiding van 8K5 naar R50 zal geinduceerde syanningen van het L.F.
naar hot H.F. g-ieelte voaren. 0m dit te vehrhonen is $3 o_genomcn
die deze L.F. an M.F. signalen kortsluit.

.0