Philips b 5 x 63 a service manual 2

Page 2

-?-' 35X63A

De éindtrag.

Het vereenvoudigd principeschema is weergegeven in fig. 2.

In het geval geen signaal aan g1 - B6 wordt toegevoerd, ontstaat

de negatieve roosterspanning voor de buis B9 over de weerstand R42.
De negatieve roosterspanning voor~buis £6 ontgtaat over R43 en 570.
Aangezien de beide buizen voor gelijkstroom in serie staan, is de
anodegelijkstroom voor beide buizen gelijk. De anodespanning van
36 wordt toegevoerd via de Ri van B9.

Wordt Vin de stop weerstand RS1 een L.F. wtsselspanning aan g1v36
toegevoerd en wordt Veréndersteld, dat deze spanning in positieve
richting toeneemt, dan zal de la van 36 gaan stijgen. Hierdoor
stijgt de spanningsval over R42 en punt A zal dus sterker negatief
Worden t.o.v. punt B (219 fig. 2).

A15 dus fie stuurroosterspanning van B6 in pcsitieve richting toe-
neemt (219 fig. 1a) neemt de stuurroosterspanning van B9 in negatie-
we richting toe (fig. 1b). -

De stuurrocsterspanningen van 86 en B9 zijn dus in tegenfase. Neemt
de anodestroom door BE toe (fir. 1c}, ian neemt is anodestroom
door B9 af (fig. 1d) . De anodewisselstromen van B6 en B9 zijn dus
in punt B tegengesteld gericht.

Aangezien de scm der s.rcmen naar Qunt B gelijk meet zijn aan de
son is? stromen vanaf punt B. 231 dus door i9 luidsprekerspoel en
C69 een stroom gaan vloeien, welke gelijk is aan de son van de
anodewisselstromen van 36 en 39 (dus I1 + 12) zie fig. 1e.

069 blokkeert de gelijkspanning.

HOGE TONEHREGELING

Via het hoogdoorlaatfi ter C71,R37 -358 wordt de uitgangsspanning
teruggevoerd naar hat stuurrooster van 36 door middel van C62 welke
voOr dé'hdge frequenties een lage impedantie vormt.

In de bovenste stand van de potentiometer R37.~R}8 zal maximum
tegenk0ppeling ontstaan, dus minimale versterking voor de hoge fre-
quenties. De tegenkoppelspanning zal afnemen naarmate d9 loper naar
beneden bewogen wordt.

De versterkingvoor de hoge frequentie neemt dus toe.

LAGE TONEHREGELING _

Via het laagdoorlaatfilter 344 £65 wordt de uitgangss anning toege-
voerd aan het hopgdoorlaatfilter, gevormd door 060,358 en 0619R34 '
R35afi57 -338-

In de bovenste stand van de potentiometer R34-E35 (fig. 3) worden
C60 en C61 kortgesloten en wordt de tegenkoppelspanning via R33 aan
g1-B6 toegevoerd.

fl

rD

De versterking voor de lage frequenties is due minimaal. Via C61 wordt

een'extrq spanning op het stuurrooster gebracht, teneinde het verlies
aan versterking te compenseren. In dd onderste stand van de potentio-

meter (fig.4) wordt C62 kortgesloten. De tegenkoppelspanning wordt
dan via het hoogdoorlaatfilter aan g1-B6 toegevoerd, zodat minimale
tegenkoppelspanning ontstaat en de versterking vccr de lage frequen~
ties maximaal is.

De impedantie van C60, 061 is klein t.o.v. de potentiometer R34, R35
zodat deze laatste dus kan warden verwaarloosd.

A

\J